6 I.1 Paard
Initiatie proef 1
Louise Hoebeke
Inouska
  C B Diff
1 A-K-E-H-C Binnenkomen in arbeidsdraf op de
rechterhand (lichtrijden)
7 7
2 M-X-K Diagonaal van hand veranderen (doorzitten) 7 6.5 ±0.5
3 A-X-A Cirkel (20m) 6.5 7 ±0.5
4 Tussen
F & B
Middenstap 6.5 7.5 ±1
5 B Links afwenden 7 7
6 E Rechts afwenden 6.5 6.5
7 H Arbeidsdraf (doorzitten) 7 7
8 C-X-C Cirkel (20m) 7.5 7 ±0.5
9 Tussen
C & M
Arbeidsgalop rechts aanspringen 7 7
10 B-E-B Cirkel (20m) 7 6 ±1
11 Tussen
F & A
Arbeidsdraf (doorzitten) 6.5 7 ±0.5
12 K-X-M

M
Diagonaal van hand veranderen (lichtrijden)
en daarbij het paard de hals laten strekken
(voorwaarts neerwaarts). Op het einde van de
diagonaal teugels terug opnemen
Doorzitten
6.5 7 ±0.5
13 Tussen
C & H
Arbeidsgalop links aanspringen 6 7 ±1
14 E-B-E Cirkel (20m) 6.5 6 ±0.5
15 Voor K Arbeidsdraf (doorzitten) 6 6.5 ±0.5
16 A
Tussen
A&D
Afwenden
Middenstap
7 7
17 X Halthouden en groeten 7 7
In middenstap met lange teugel de rijbaan
verlaten
     
 
1 Zuiverheid der gangen, lichtheid, soepelheid

en regelmaat
2 7 7
2 Impuls (frisheid, elasticiteit, ruggebruik en het

ondertreden van de achterhand)
2 6.5 6.5
3 Gehoorzaamheid, aannemen en doorlaten van
de hulpen (aandacht en vertrouwen,
harmonie, ontspanning, aanleuning en
relatieve oprichting)
2 6.5 6.5
4 Houding en zit, inwerking van de ruiter en het

correcte gebruik van de hulpen
2 6.5 7 ±0.5
5 Commentaar op de verzorging van het geheel      
 
1ste fout
2de fout
3de fout
Algemene fout